woensdag, maart 04, 2009

affiche 12 maart 2009: Didi de Paris






Π


DE 124e MUZEVAL


Poëzieavond


donderdag 12 maart 2009




Gastdichter:


Didi de Paris



Tekstiel Baron, Stadsdichter van Leuven en Hofleverancier van Belletrie



Inleiding en presentatie door Herman J. Claeys en Bart van Peer


na de pauze: VRIJ poëzie-PODIUM

begeleid door Frans Vlinderman en Bart van Peer


deuren 19.30 uur - aanvang 20.00 uur

gratis toegang


locatie: literair-artistiek café Den Hopsack

Grote Pieter Potstraat 24

2000 Antwerpen (centrum)

(openbaar vervoer: Groenplaats)

Organisatie:

Pipelines vzw in samenwerking met Masereelfonds Antwerpen

en met de steun van Antwerpen Boekenstad

Links: www.muzeval.tk, www.masereelfonds.be, www.denhopsack.be





Didi de Paris, “de galeiboef van ’t kofschip”.


De optredens van de Leuvense auteur Didi de Paris hebben doorgaans een uitgesproken performance-karakter. Hij is autodidact en werkt als huisman. Tijdens de punkperiode was hij actief als performer en begon hij in nauwe samenhang daarmee ook te schrijven.

Didi de Paris debuteerde in 1985 met de novelle Het lieve leven. Meer aandacht kwam er vanaf zijn tweede boek, Maladie d'amour, (roman, In de Knipscheer, 1987): een 'therapeutische' roman over problemen met relaties, werksituaties en (geestelijke) gezondheid. Verder: Hors d'oeuvre (roman, In de Knipscheer, 1989); Voyeur (verhalen, In de Knipscheer, 1996). Kenmerkend voor zijn werk zijn de fragmentarische tot chaotische opbouw, de cynische tot absurdistische toonzetting en de barokke, associatieve stijl.

Didi de Paris werkt mee aan Gonzo Circus, tijdschrift voor actuele en subculturele kunst en muziek, en aan het literaire tijdschrift De Brakke Hond. Als belijder van het anders-globalisme, d.w.z. als voorstander van een globalisering van onderop, werkte hij mee aan de essay-bloemlezingen Ya Basta! (Academia Pres 2002) en Esperenza! (ibidem 2003).
Hij was reeds gastdichter van de 52ste Muzeval in mei 2001 en van de 78ste Muzeval in mei 2005.

Opgesteld door: Herman J. Claeys.

.

Labels: