zondag, februari 26, 2006

affiche 9 maart 2006: MARC TIEFENTHAL







Donderdag 9 maart 2006



88ste poëzie-avond in de reeks

De Muzeval

gastdichter

MARC TIEFENTHAL




draagt voor uit zijn nieuwe bundel

‘Landinwaarts, van uiterzijde’





aanvang 20 uur stipt. TOEGANG VRIJ

na de pauze:

Vrij Poëzie Podium



in Vrijpodiumcafé "De Muziekdoos" (bij de Waterpoort)

Verschansingstraat 63, ANTWERPEN-Zuid

Dagelijks open vanaf de vooravond (dinsdag gesloten)

Bussen 6, 23 (Vlaamse Kaai). Tram 8, bus 34 (Museum S.K.)



..“DE MUZEVAL” vindt plaats elke tweede donderdag van de maand.



Organisatie : STICHTING PIPELINES vzw.

Weblog: http://www.muzeval.tk

en MASEREELFONDS Antwerpen-Zuid.

Contact: (nieuw adres :) Herman.J.Claeys@telenet.be

Contact voor Vrij Podium:

Frans Vlinderman = kurt_verwimp@pandora.be

of Kaatje Wharton = kaatjew@skynet.be



Presentatie door Bart van Peer 88ste Muzeval, 9 maart 2006. Antwerpen.

gastauteur Marc Tiefenthal, pseudoniem van Marc Janse.

http://spaces.msn.com/uitlijn/blog/

http;// www.muzeval.tk

De literator die we vandaag op deze 88ste Muzeval-avond als gast hebben is de dichter / vertaler / essayist Marc Tiefenthal, alias Marc Janse.

Hij is een actieve medewerker in de kerngroep van Muzeval-dichters, ondermeer bij gelegenheid als presentator van andere gastdichters en als begeleider van het Vrij Podium. Jaarlijks maakt hij ook deel uit van de Muzeval-delegatie naar de Amsterdamse Culturele Vrijhaven Ruigoord, waarmee wij een traditionele band hebben. Twee jaar geleden was hij hier reeds gastdichter in een programma met de Arabische dichter Aziz Deghab die hij in het Nederlands vertaalt.

De aanleiding voor zijn optreden vandaag is de recente verschijning vcan zijn nieuwe dichtbundel “Landinwaarts, van uiterzijde” waaruit hij vanavond zal voorkezen.

Tiefenthals poëzie werd ontdekt door Rein Bloem. Deze dichter en vertaler van gedichten (Mallarmé, James Joyce, Wallace Stevens) plaatste zijn werk in de traditie van de poésie blanche (het blanke vers). Deze traditie gaat terug op de poëzie van Edgard Allen Poe. Baudelaire vertaalde dienst gedichten in het Frans. Mallarmé en Apollinaire droegen tot deze traditie bij. De latere Van Ostaijen, Paul Célan en Hans Faverey worden er ook toe gerekend.

Dit verdict viel Tiefenthal zwaar. Niettemin haalde hij zijn debuut op de radio ermee. In zijn tweede bijdrage voor Foon, het programma op Radio 3 waar hij aan meewerkte, bracht Tiefenthal zijn gedichten begeleid door muziek. Aan de contrabass stond Jean Demey, aan de sax Henry Krutzen. De eerste is een Brusselaar die inmiddels in Antwerpen woont, de tweede een Belg met Nederlandse wortels uit Charleroi. De samenwerking was een zegen. Voor de opname in de studio's van het Flageyplein speelden ze een try out in Den Bosch, in een literair café. Na de opname besloot Krutzen de sax aan de wilg te hangen. Jean Demey verdween naar Australië. Tiefenthal hield op met schrijven, drie jaar lang.

"Rondoods" betekende een nieuw begin, dat sindsdien niet meer is onderbroken. Tiefenthal schrijft ook in het Frans. Op vraag van Serge Largot, publiceerde hij enkele van die Franse gedichten in het tijdschrift "Tempus Fugit", de opvolger van het beruchte "Labris"

Toen Max Kazan stopte met Tempus Fugit, diende zich in Brussel een nieuw tijdschrift aan, Bru/taal. Vanaf de tweede jaargang werd Tiefenthal erbij betrokken als redactielid. In dit kader trad hij enkele malen op te Brussel op het Groot Beschrijf (hij zong er in 2000 a capella het Kleine Veldlied op muziek van Mal Weldron, Anatomy, indertijd gebracht door het John Coltrane combo). In 1999 trad hij aan op de lancering van de poëzieprijs Halle 2000 met een gelegenheidsgezelschap, de School van Antwerpen & brede omgeving. Wie daarin Breda omgeving leest, komt er ook. Vier dichters traden aan: naast Tiefenthal het verschijnsel Jean-Emiel Driessens, tevens literair gids op Schoonselhof, Philippe van Beek en de reeds genoemde Arabische dichter Aziz Deghab. Ze werden begeleid door het Schrikkeltrio, het toenmalig combo van Jean Demey. Immers, Jean Demey was na drie jaar Australië teruggekeerd.

eigen poëzie & proza

(Radio)debuut 1977 en 1978 in "Foon", een internationaal BRT-3-programma voor poëtische muziek en muzikale poëzie, geproduced door dichter/kunstcriticus Freddy de Vree en componist Karel Hoeyvaerts.

"Wie herinnert zich nog het dorp? De autowegen", dichtbundel, Leuven, Galerij Halfmaart, 1979.

"Rondoods", gedichtencyclus, Antwerpen 1984. (n.a.v. een multi-media-happening te Brussel en in de roemruchte literaire club "Vecu" te Antwerpen).

"Wat ons treft", Antwerpen 2000. Dichtbundel geïllustreerd met zeskleurentekeningen van de schilder JAS.

Franse gedichten in het tijdschrift Tempus Fugit.

Gedichten in Maatstaf (1977) en in het Brusselse tijdschrift Brutaal (1997, 1998). In dit laatste blad, waarvan hij mederedacteur was, verschenen ook prozastukken van zijn hand: "Zonder model", "Grootstedelijkheid", "I'm the urban cowboy, baby" e.a.

vertalingen

Gedichten van Marc Tiefenthal werden vertaald in het Roemeens en in het Arabisch.

Zelf vertaalde hij eigen gedichten in het Frans, en hertaalde Arabische gedichten van de Marokkanen Aziz Deghab en Mohamed Boutkampt via de Franse versie in het Nederlands

essays

"Kunst na '45", in het tijdschrift Vlaanderen, 1977.

"Goedschiks, kwaadschiks. Goedgeks, kwaadgeks", in een publicatie van de Faculteit Kunstgeschiedenis Universiteit Leiden, 1986. (over de gemiddelde gektegraad in de moderne poëzie).

"Wat de taal vermag, en wat ze niet altijd hoeft". Essay over de drie niveaus in de taal vanuit zen boeddhistisch perspectief, verschenen in het tijdschrift Brutaal, 1998.

"De opbouw in lijn gezet. 50 jaar constructivisme", uitgeverij Pandora, Antwerpen 2000. Lijvig kunstboek met monografie over de schilder Guy Vandenbranden in het Nederlands en het Engels.

Marc Tiefenthal neemt ook deel aan het Brussels stadspoëziefestival Vers Brussel, volgende zondag 12 laart. Dit is een opvolger van Het Groot Beschrijf maar dan wel meertalig. Tiefenthal gaat daat een poëtische dialoog aan met de surrealist Paul Nougé . Samen, de een over de dood en de ander voorbij de kleine dood, gaan ze Brusselen bij nacht, zij het vanuit Schaarbeek, overdag. Ze maken een wandeling die zowat drie kwartier duurt en begint bij het station van Schaarbeek (parel van exotische architectuur) om 15 uur.

Maar laten we nu Marc Tiefenthal zelf aan het woord.

(tekstredactie Herman J. Claeys op basis van documentie Marc Janse)


Labels: