maandag, maart 31, 2008

affiche 10 april 2008: Willem Persoon








Π


DE 113de MUZEVAL


Poëzieavond


donderdag 10 april 2008




gastdichter



Willem Persoon




Inleiding door Bart van Peer


na de pauze: VRIJ poëzie-PODIUM

begeleid door Frans Vlinderman en Bart van Peer


deuren 19.30 uur - aanvang 20.00 uur

gratis toegang


locatie: literair-artistiek café Den Hopsack

Grote Pieter Potstraat 24

2000 Antwerpen (centrum)

(openbaar vervoer: Groenplaats)


Organisatie:

Pipelines vzw met medewerking van Masereelfonds Antwerpen

en met de steun van Antwerpen Boekenstad

Links: www.muzeval.tk , www.masereelfonds.be, www.denhopsack.be






Willem Persoon is een heidense dichter. Hij is de auteur van 8 bundels, van toneelwerken en van literaire en artistieke monografieën. Hij kan ook terugblikken op een carrière als journalist bij Gazet van Antwerpen. Daarnaast is hij medeschepper van bibliofiele uitgaven en van projecten met beeldende kunstenaars, bij wier werken hij ook gedichten schrijft.


Als dichter debuteerde hij in 1972 met Sluipen naar de middag; daarna verscheen bij Orion in '78 Het niemandsuur en in 81 Regeneratie. Vervolgens in '88 Archeologie bij Poëziecentrum te Gent, en in '97 Onderzeeër bij Epo te Antwerpen. Ook bij Epo kwam in 2005 Vuurmaker uit, en bij Berghans Uitgevers te Antwerpen onlangs Sub Rosa.

Uit deze laatste twee bundels maakt hij nu een keus voor zijn voordracht als gastdichter op De Muzeval.


Vuurmaker heeft als ondertitel De heidense gedichten en bevat sjamanistische elementen en bespeelt thema's als geboorte, wedergeboorte, vernietiging, onmacht en genezing, en Vuur en Water zijn er prominent in aanwezig. Het boek is prachtig geïllustreerd met diepdrukprenten van Veerle Rooms, een van de belangrijkste hedendaagse grafici met internationale opleiding en uitstraling, die ook als hogeschooldocente generaties jonge kunstenaars heeft opgeleid.
Vanuit het Frans Masereelcentrum te Kasterlee onderhoudt zij samen met Willem Persoon contacten met befaamde ateliers en kunstenaars over de hele wereld. Met bibliofiele portfolio's en grootschalige projecten brengen zij de literatuur als 'schriftuur' in de grafische kunsten. Van Vuurmaker werd ook een bibliofiele uitgave op 25 exemplaren gemaakt.


Sub Rosa bevat o.m. reeksen van gedichten bij de creatie van bibliofiele projecten met beeldende kunstenaars in Zuid-Afrika, Rusland en Zwitserland. Willem Persoon schreef vroeger vooral neorealistische poëzie maar als latere neoromanticus heeft hij onder meer iets met bomen. In het voorjaar van 2005 schreef hij bij grafisch werk van Robert Wuytack Boodschappen in bomen, een gedichtencyclus opgenomen in Sub Rosa en helemaal geboekstaafd in hoofdletters, wat mij doet denken aan onze voorouderlijke rune-inschriften gekerfd in beukenbast ('boek' en 'boekstaven' zijn etymologisch verwant aan 'beuk').
Het is geen toeval dat hij in de zomer van 2006 een aantal dichters uitnodigde in zijn ruime weelderige tuin op een poëziefeest genaamd "Een tuin vol poëzie", onder de ceremoniële leiding van poëzieburgemeester Tony Rombouts, en waarbij de gedichten van de genodigde deelnemers ingelijst in bomen hingen – niet de dichters zelf. Twee dichters uit de Muzeval-kerngroep, Philippe van Beek en ondergetekende, hadden het grote genoegen bij de gegadigden te mogen behoren.


Als toneelauteur schreef Willem Persoon onder meer een massaspel getiteld Jan van Steene. Dit spektakelstuk werd uitgevoerd in 1981 op de Markt te Stekene - Willem Persoons Wase geboorte- en woonplaats - en huldigt een mannelijke heks die in 1637 aldaar publiekelijk werd verbrand.


Als essayist schreef hij monografieën en houdt hij lezingen over het werk van Anton van Wilderode, over tv-pionier Mark Liebrechts, over de ets-kunstenaar Romain Malfliet en over de Mathilde-sonnetten van Jacques Perk.


(Herman J. Claeys, maart 2008)




WILLEM PERSOON: Soweto - Onrus Rivier - Constitution

.

Labels:



zondag, maart 30, 2008

WILLEM PERSOON: Soweto - Onrus Rivier - Constitution Hill



SOWETO
Voor Christopher Molefe


Volg mij, zegt hij, ik weet de weg
Hij toont mij hoe hij leeft
En hoe zijn volk beweegt
Ik hoor de stemmen, luider, luider, nooit ver weg


Met vier miljoen zijn we hier, zegt hij
Maar niemand kan ze tellen
Hij lacht, ik lach en voel geen angst
Zij lachen, de hele dag


Ik hoor de kinderen zingen
Zij spelen verstoppertje met de zon
Hun bondgenoot op elk moment


Een hand, een duim, een hand
Niemand weet wat hij nu zeggen wil
Als wij Orlando West verlaten




Willem Persoon
Soweto, Johannesburg, 27 juni 2002




ONRUS RIVIER
Voor Titia en Muller Ballot


Er is een strand
Waar keien onvindbaar zijn geworden
Ga ze niet zoeken


De ocean werkt hier
Onafgebroken dag en nacht
Hij telt de eeuwen niet


De gote schoonmaak spaart geen schlep
Te pletter tegen rondgeschuurd graniet
Tot het witste zand zult gij wederkeren


Onrus-tig is de rivier
Beducht voor de branding
Tot de zon zich wolkenplukkend wentelt


Ga daar, langs Protea's en het fijnbos, zegt ze
Zoek niet en ge zult vinden
Tot ik struikel over vuursteen



Willem Persoon
Hermanus, Stellenbosch, Z.A. 17 juni 2002
Tweede versie: 7 februari 2007





CONSTITUTION HILL


Er woont een vogel in een cel
Eindelijk vrij, want de gevangenen zijn verdwenen
De deuren staan nu open, het is er stil
Hij vliegt er af en aan


Nooit eerder kreeg hij de kans
Zijn woonst zo in te richten
De vogel wordt niet meer gestoord
Door blauwgeslagen gillende hongerigen


De eieren worden niet meer geroofd
Hij weeft zijn nest als patchwork
Met rafelresten van grijsgrauwe pakken


Van op een tralienetwerk springt de vogel
Vliegt hoger en hoger met kloppende harten
In de keel van zijn vogelvrije jongen



Willem Persoon
Johannesburg, Zuid-Afrika, 28 september 2006

.

Labels:



woensdag, maart 26, 2008

Donderdag 27 maart 2008: Eerste poëzieavond van & met Lode van Oxenberghen



bloemlezing over

“DE APOCALYPS VAN HET DERDE MILLENIUM”,

Geschreven en gebundeld door

Lode van Oxenberghen.



met medewerking van 2 Nederlandse dichters:

Elly-Ann van Luxemburg & Eli Stater

alsook met muzikale begeleiding.



Inleiding door Herman J. Claeys



Toegang vrij

Den Hopsack, Grote Pieter Potstraat 24,

2000 Antwerpen.




De dichter en zijn werk


Lode van Oxenberghen, geboren in 1921 te Antwerpen als D.L.Ocsinberg met Roemeense achtergrond, is een veelzijdig en meertalig academicus en kunstenaar.

Als medicus en scheikundige werd hij gediplomeerd aan de Université Libre de Bruxelles, aan de Rijksuniversiteit van Luik en aan de Johann Wolfgang Goethe-Universität te Frankfurt am Main. 35 jaar lang nam hij met een team dokters de medische leiding waar van het Instituut voor Hygiëne.

Als dichter begon hij reeds op zijn dertiende in het Frans onder impuls van een leraar Franse literatuur aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen. Pas na de Tweede Wereldoorlog is hij daarnaast ook in het Nederlands beginnen te schrijven. Zijn verzenbundel De Apocalyps van het Derde Millennium is weldra geheel online te lezen, evenals twee bundels die nu in statu nascendi zijn.

Als muzikant tenslotte bleek hij reeds op zijn 5de levensjaar begaafd te zijn op het pianoklavier en volgde hij later een opleiding aan de muziekscholen van Antwerpen en Berchem.
In dat verband verklaart hij:
Mijn gevoel voor muziek heeft mij bij het schrijven van mijn gedichten beïnvloed. Zo zijn vele van mijn gedichten bij het beluisteren van klassieke muziek geschreven, en dat op het ritme van deze muziekstukken.


Met teksten uit zijn bundel “De Apocalyps van het Derde Millennium” schiep Lode van Oxenberghen, een poëtisch rollenspel voor vier personages, getiteld Het Laatste Godsoordeel, gecreëerd op 14 september 2006 in De Muzeval.

.

Labels:



dinsdag, maart 04, 2008

affiche 13 maart 2008: Lies Van Gasse






π


DE 112de MUZEVAL
Poëzieavond

donderdag 13 maart 2008



gastdichteres



Lies Van Gasse

vi prego di aspettare





Inleiding door Bart van Peer


na de pauze: VRIJ poëzie-PODIUM

begeleid door Frans Vlinderman en Bart van Peer


deuren 19.30 uur - aanvang 20.00 uur

gratis toegang


locatie: literair-artistiek café Den Hopsack

Grote Pieter Potstraat 24

2000 Antwerpen (centrum)

(openbaar vervoer: Groenplaats)


Organisatie:

Pipelines vzw met medewerking van Masereelfonds Antwerpen

en met de steun van Antwerpen Boekenstad

Links: www.muzeval.tk , www.masereelfonds.be, www.denhopsack.be





Korte perstekst Lies Van Gasse

Lies Van Gasse werd geboren te Sint-Niklaas op 7 oktober 1983 als eerste uit een gezin van zes. Haar ouders zijn allebei Germanisten; dat is mogelijk een verklaring waarom ze zo vroeg met het schrijven van poëzie begon. Op haar zevende schreef ze haar eerste boek dat ze ook zelf illustreerde.

Lies publiceerde in verschillende tijdschriften, waaronder Deux Ex Machina en Poëziekrant en sleepte meerdere prijzen in de wacht.

Naast schrijfster is ze beeldend kunstenaar. Ze studeerde kunstgeschiedenis in Milaan. Ze volgde tevens de lerarenopleiding aan de Academie te Antwerpen. Huidig geeft ze les en werkt ze onverdroten verder aan haar beeldend en literair oeuvre.

.

so hevet hi rouwe ende hongher sware,
die minne beghert ende niet en volhevet.


Ze had een grote blauwe kamer
die ze nacht noemde en appels
voor een leven lang.

Vrouwen kwamen zingen
tot de aren plozen, sterren
welden uit het donker op,
torens wiegden langzaam.

Ze zong mij een vergeten lied
over het kloppen van een hart alleen
en een glimlach als van raspend zand.

Dan had ze al haar hart gewassen, nergens
bleef haar de minne bespaard.

Dan had ze al zijn hand geraapt, zijn
stem geoogst, de dag van de nacht ontdaan.


Ghi sijt mi verre ende ic u bi.

Ooit komt hij. Ooit
weet ze waar klanken, woorden staan,
zingt het haar in trillend vlees,
in harteloos gloeiende leden.

Ooit volgt ze zijn schaduw
Waar rokken over velden ruisen
als ingehouden handgeklap.

Ze vindt er een vergeten lied. Slaat
ogen neer, denkt een klaaglied
en een appelboom.

Wiegen in de herfstzon, dwalen
tussen plassen, zingen
onder een steeds verlaten balkon.


Ghi doet mi gelden selke pachte:
mi gruwelt dat ic ye mensche ward.

Gebouwen rijzen op en ergens
wachten appels in het zand,
als enige nog zorgeloos.

Rokken ruisen over velden
en ons, bedroefd als handgeklap
klinkt een haast vergeten lied.

Langzaam wordt verlies geoogst,
gebrek geraapt, het veld
van zijn dekking ontdaan.

Traag neigen armen naar het land.
Je kent de gloed, de handeling.

Jij dan, die weet
voor wie je die stem bezat,
zo spoorloos in ribben en vlees.


Ghi hebbet die daghe ende ic die nachte.

Aren vegen langs een veld
het lichaam weg, vaag gruwend
van lippen, borst en leden.

Ze is op weg naar wat ontbreekt,
zweeft zingend in het achterland.

Honger doolt er huilend
onder een bleke, harde maan.
Ogen staren ademloos,
dagen worden nachten.

Alleen het hart is moeder, minnaar
en als de velden vruchten dragen
zelfs wat kinderloos.

Takken knikken zwijgend.
Alleen de minnaar hongert.


Lies Van Gasse

.



Labels: